Spelen en Zingen met Intentie
‘Ik háát amateurtoneel!’ zei laatst een collega tegen me. Ik schrok er een beetje van. Haten? Kan dat? Maar na een paar dagen bedacht ik me dat ik ook nog al eens met kromme tenen zit te kijken naar een amateurtoneelproduktie. Hoe komt dat? Waar zit ‘m dat in?
Wat ik regelmatig zie is dat de spelers keurig de regie-aanwijzingen opvolgen, op het juiste moment van A naar B lopen en hun tekst zonder haperingen oplepelen. Op zich al een hele kunst vind ik. Maar hoe komt het nu dat dit regelmatig zo’n onnatuurlijke en vaak ongemakkelijk indruk maakt? Dat alles wat je ziet klopt, maar dat het spel je niet mee neemt. Of dat je een zanger allerlei bewegingen ziet maken, die echt wel te maken hebben met de tekst maar dat het er zo ‘nep’ en ongemeend uitziet? Of juist pathetisch?
Dat heeft te maken met intentie. Als je zonder intentie iets zegt of doet reageert het lijf niet en dus ook de stem niet. Maar andersom ook. Zeg je iets met de juiste intentie dan reageert je lijf direct. Ik begin mijn zanglessen dan ook meestal met mijn stokpaardje. Ik vraag de leerling: Zeg eens ‘ga je met me mee?’ en doe dat nou eens op een boze manier. Echt boos. En zeg het dan eens op een verlegen manier, of brutaal, vrolijk, verdrietig. Je zult merken dat, als je het op dát moment meent (want dat is belangrijk), je stem direct reageert. Je denkt niet na over hoe je moet klinken, of je je stem zou moeten verlagen of juist schel moet maken, of welk gebaar je moet maken; het gaat vanzelf. Je fysiek reageert op jouw intentie. Meen je het niet en bal je je vuisten omdat je ‘boos’ wilt uitbeelden, dan krijg je een soap-beweging; slap en zonder inhoud.
Ik mis met name die intentie nog weleens bij de amateurkunsten. Al geloof ik dat de behoefte bij de speler er wel degelijk is. Ik heb mezelf als speler in ieder geval nogal eens verloren gevoeld. De aanwijzingen gaan vaak over de mis-en-scène, maar het werkelijke spel van de speler lijkt vaak een beetje het ondergeschoven kindje. Ik heb vaak de behoefte gevoeld gecoacht te worden in en tijdens mijn spel. Hoe maak je nou iets écht tot geloofwaardig spel?
Tijdens mijn opleiding Theatermaker/Regisseur voor Amateurtoneel probeer ik zoveel mogelijk op te focussen op geloofwaardig spel bij de spelers. Ik wil de spelers, binnen hun kader van mogelijkheden, naar een zo hoog mogelijk plan tillen. Je hoeft je spelers niet met kunst en vliegwerk in het grid te hangen om spannend toneel te maken. Al is dat wel heel tof als dat goed gebeurt en de spelers geloven in hun eigen spel. Ik ben ervan overtuigd dat je al spannend bent als het klopt wat je doet. Dat geldt natuurlijk ook voor zingen. Je hoeft geen ingewikkelde bekken te trekken of met je armen te zwaaien als dat niet voortkomt uit iets dat je meent en wilt uitdrukken.
Met mijn zangleerlingen loop ik dan ook elke zin van het nummer door, waar ze op dat moment mee bezig zijn. Ik laat de zanger de tekst hardop zeggen. Niet elke zin komt even makkelijk je strot uit en de één heeft hier meer talent voor dan de ander. Dan is er meer coaching nodig. En meer tijd. Ook gêne speelt vaak een rol. Wij Hollanders, godvrezend, en ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’ hebben gêne als extra handicap ten opzichte van veel andere culturen. Toch til je de interpretatie naar een hoger plan als je voelt en daardoor kunt menen wat je wilt zeggen/zingen/spelen.
Zonder intentie geen boodschap. Dat is mijn boodschap.
No Response
Leave us a comment
No comment posted yet.