Een leerlingconcert, moet dat nou?

 

 ’Jij maakt er altijd zoveel werk van, word je daar nou niet moe van?’ Die vraag stelde een vriend laatst.

Mijn leerlingen kunnen meerder keren per jaar meedoen aan een uitvoering; meezingen met andere bands, gemeenschappelijke uitvoering van muziekschool Oosterbeek, waar verschillende disciplines bij elkaar gezet worden en… het grote ’Zin in Zingen Concert’.

Dit jaar huur ik daar de Concertzaal voor af. Grote zaal, hoge kosten, en inderdaad veel, heel heel veel werk…

 

Uitvoering uitzitten

Leerlingconcerten, of dat nou zang, piano, gitaar of iets anders is, zijn meestal een ’moetje’. Je gaat kijken omdat je dochter, broer, vriendin of tante meedoet en uit liefde ga je mee. Meestal zit je dat met samengeknepen billen uit. Als jouw loved one dan geweest is, wil je meestal ook wel weer weg. Meestal komt hij/zij 1 keer aan bod. Zo samengevat kun je wel stellen dat het meestal eerst wachten is en dan uitzitten (je kunt immers niet zomaar weglopen).

Win win

Omdat ik zo’n uitvoering uitzitten zelf een behoorlijke opgave vind wil ik dat anders doen. Ten eerste wil ik dat de leerling zijn/haar stuk goed beheerst. Dat scheelt namelijk de helft van de plankenkoorts. Ook wil ik dat zij/hij goed is voorbereid. Dat scheelt nog een kwart. Met de podiumangst die dan overblijft kun je vaak goed uit de voeten. Dan blijft er spanning over die in de meeste gevallen niet ondermijnt.

Dit is een win-winsituatie voor leerling en toeschouwer (en mijzelf als juf;)). De luisteraar kan achterover leunen en genieten van wat er op het podium gebeurt, in plaats van op het puntje van de stoel te zitten met de gedachte: ’Oei oei, gaat ie het halen, of niet?’

Wat ik ook belangrijk vind is dat je op zo’n concert niet maar één keer aan de beurt bent. Voor de achterban is het veel leuker dat de geliefde een aantal keer voorbij komt, maar zeker ook voor de leerling. Je hoeft niet eindeloos spanning op te bouwen voor jouw drie en een halve minuut glorie waarin dan alles goed moet gaan.

 

 

Zo kwam ik op koortjes ofwel backing vocals.

Door veel backings bij elkaars lied te doen, maak je meters op het podium, werk je samen aan een stuk, help je elkaar en heb je elkaar nodig. Heel goed voor het meerstemmig zingen, luisteren, mengen en (harmonisch) gehoor. Samenspel dus.

Een paar jaar geleden zijn we ook met ritmische scholing begonnen, gegeven door Christine Schukking. Zo kwam daar ook shaken/tamboerijn/claves bij en een aantal leerlingen speelt nu zelfs op cajon mee.

 

 

Enscenering

Omdat ik ook opgeleid ben als regisseur / theatermaker kan ik me ook verliezen in licht en geluid en enscenering. Op de opleiding hebben we theaterlicht gehad. Niet op een heel hoog niveau en voor mijn gevoel ’doe ik maar wat’ maar ik vind het heel leuk om elk nummer zijn eigen sfeer te geven. Ik kwam erachter dat je bij de doorloop best wel wat sfeertjes kunt uitproberen, opschrijven of programmeren en dat je zo allemaal verschillende scenes krijgt. Geluid besteed ik liever uit.
Zo werken we met een man of 18 (niet alle leerlingen doen altijd mee) toe naar een volwaardig voorstelling.

De winst

Het grote voordeel? Iedereen maakt een enorme vooruitgang. Ze moeten goed nadenken over het stuk: welk verhaal vertel ik eigenlijk? Het is het hoogtepunt in het lesjaar waar veel verschillende aspecten van de podiumkunst bij elkaar komen; instuderen, tekstbeleving, regie, muzikale aankleding (koortjes, begeleiding), fysieke aankleding, repetities, samenwerking, samen spelen, planning, mentale voorbereiding. Ik kan zo nog wel even doorgaan…. 😉

De meesten worden begeleid door  mijn lieve collega’s,  maar sommigen regelen een eigen muzikant. Live begeleiding zingt toch weer heel anders dan een orkestband.

De leerling moet op het concert binnen zijn/haar comfortzone zingen en ontdekt dat je een nummer naar een veel hoger plan kunt trekken, ook als het niet (meer) een vocaaltechnische uitdaging is. Dat laatste daar zijn de lessen en de groepslessen voor.

Er zijn leerlingen die al een stuk of 6,7  keer hebben meegedaan. Bij hen hoef ik niet meer de koortjes te verzinnen. Dat doen ze nu zelf. Ze hebben door de jaren heen geleerd hoe je dat aanpakt. Een aantal zingt ze zelfs al zelf in met behulp van Garageband op de computer. Zo kunnen ze op verschillende sporen de lijntjes inzingen en dat kant en klaar aanleveren aan hun backing vocals.

Zo’n concert zorgt elk jaar voor enorme sprongen. Iedereen is erna een betere zanger. Zonder uitzondering.

En daar word ik nou zo bij van!

Share : facebooktwittergoogle plus
pinterest



2 Responses

Leave us a comment


No comment posted yet.

Leave a Reply